Jouw hechtingsstijl bepaalt hoe veilig je je voelt in relaties
Waarom zijn sommige mensen afstandelijk en voelen zich niet verbonden in hun relaties, terwijl anderen aanhankelijk zijn en constante bevestiging nodig hebben?
Deze vraag gaat over de hechtingstheorie. Dit is een interessant onderdeel van de psychologie dat uitlegt hoe onze vroege ervaringen met onze ouders of verzorgers bepalen hoe we later in het leven met anderen omgaan.
Deze hechtingsstijlen bepalen in hoge mate hoe we relaties benaderen, hoe we emotioneel reageren op onze partners, en hoeveel vertrouwen we hebben in de veiligheid van onze relaties.
Volgens de hechtingstheorie, voor het eerst ontwikkeld door psycholoog Mary Ainsworth en psychiater John Bowlby in de jaren 50, wordt de hechtingsstijl van een persoon gevormd en ontwikkeld in de vroege kindertijd als reactie op hun relaties met hun eerste verzorgers.
Een hechtingsstijl is een specifiek patroon van gedrag in en rondom relaties. Er zijn vier volwassen hechtingsstijlen: veilige hechting, angstige hechting, vermijdende hechting en angstig-vermijdende (ook wel gedesorganiseerde) hechting. Een hechtingsstijl omvat hoe we emotioneel op anderen reageren, hoe we meestal omgaan met partners in relaties, en hoe we ons in het algemeen gedragen in relaties. Of je nu een veilige, angstige, vermijdende of gedesorganiseerde hechtingsstijl hebt, het begrijpen van je eigen stijl kan je helpen om betere en gezondere relaties op te bouwen.
Welke hechtingstijlen?
Veilige hechting
Een veilige hechtingsstijl verwijst naar het vermogen om veilige, liefdevolle relaties met anderen aan te gaan. Iemand met een veilige hechtingsstijl kan anderen vertrouwen en zelf vertrouwd worden, liefhebben en liefde accepteren, en gemakkelijk dichtbij anderen komen. Ze zijn niet bang voor intimiteit, noch raken ze in paniek wanneer hun partners tijd of ruimte nodig hebben. Ze kunnen op anderen rekenen zonder volledig afhankelijk te worden.
Ongeveer 56% van de volwassenen heeft een veilige hechtingsstijl. Veilige hechting wordt beschouwd als het gezonde ideaal voor relaties. Alle andere hechtingsstijlen die niet veilig zijn, worden beschouwd als onveilige hechtingsstijlen.
Angstige hechting
Een angstige hechtingsstijl is een type onveilige hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door een diepe angst voor verlating. Mensen met een angstige hechtingsstijl zijn vaak zeer onzeker over hun relaties en maken zich constant zorgen dat hun partner hen zal verlaten. Ze hunkeren voortdurend naar bevestiging.
Angstige hechting wordt geassocieerd met 'behoeftig' of aanhankelijk gedrag in relaties, zoals erg nerveus worden als je partner niet snel genoeg terug appt en constant het gevoel hebben dat je partner niet genoeg om je geeft.
Angstige hechting staat ook bekend als angstig-vooringenomen hechting, en het komt grotendeels overeen met de angstig-ambivalente hechtingsstijl of angstig-resistente hechtingsstijl die bij kinderen wordt waargenomen. Ongeveer 19% van de volwassenen heeft het angstige hechtingstype.
Vermijdende hechting
Een vermijdende hechtingsstijl is een type onveilige hechtingsstijl die wordt gekenmerkt door een angst voor intimiteit. Mensen met een vermijdende hechtingsstijl hebben meestal moeite om dichtbij anderen te komen of anderen te vertrouwen in relaties, omdat ze uiteindelijk niet geloven dat hun behoeften in een relatie kunnen worden vervuld.
In relaties houden vermijdende mensen doorgaans wat afstand van hun partners of zijn ze grotendeels emotioneel onbeschikbaar. Ze kunnen relaties zelfs verstikkend vinden en ze volledig vermijden, de voorkeur gevend aan onafhankelijkheid en zelfredzaamheid.
Vermijdende hechting staat ook bekend als afwijzend-vermijdende hechting, en het komt grotendeels overeen met de angstig-vermijdende hechtingsstijl die bij kinderen wordt waargenomen. Ongeveer 25% van de volwassenen heeft het vermijdende hechtingstype.
Angstig-vermijdende hechting (ook wel gedesorganiseerd genoemd)
Een angstig-vermijdende hechtingsstijl is een combinatie van zowel de angstige als de vermijdende hechtingsstijlen. Mensen met een angstig-vermijdende hechtingsstijl hunkeren zowel naar genegenheid als vermijden deze koste wat het kost.
Ze zijn terughoudend om een hechte romantische relatie te ontwikkelen, maar tegelijkertijd voelen ze een dringende behoefte om geliefd te worden door anderen. Angstig-vermijdende hechting wordt ook wel gedesorganiseerde hechting genoemd omdat het hechtingsgedrag inconsistent kan lijken en schommelt tussen de uitersten van vermijding en angst.
Over het algemeen is de angstig-vermijdende hechtingsstijl relatief zeldzaam en niet goed onderzocht. Maar we weten dat het geassocieerd wordt met significante psychologische en relationele risico's, waaronder moeite met het reguleren van emoties, verhoogd seksueel gedrag en een verhoogd risico op geweld in hun relaties.
Hoe ontwikkelen hechtingstypes zich in de kindertijd
De manier waarop een ouder/verzorger reageert op en voldoet aan de behoeften van een kind vormt de basis voor hoe het kind in latere relaties zal handelen. Een warme, zorgzame omgeving leidt tot veilige hechting, terwijl een gebrek aan afstemming op de behoeften van het kind kan leiden tot onveilige hechting.
Waar sta jij?
Nu je bekend bent met de vier volwassen hechtingsstijlen, heb je waarschijnlijk een idee naar welke jouw acties en overtuigingen neigen. Hoewel het normaal is om kenmerken van meerdere hechtingstypes te herkennen, is het belangrijk te onthouden dat hechtingstypes kunnen veranderen door grote levensgebeurtenissen of verschillende partners.
Wanneer moet je je zorgen maken over je hechtingsstijl?
Veel mensen identificeren zich niet volledig met de kenmerken van veilige hechting. Als je je herkent in een van de onveilige hechtingsstijlen, wordt sterk aanbevolen om het probleem actief aan te pakken door zelfbewustzijn te vergroten, aan zelfontwikkeling te werken en indien nodig psychologische hulp te zoeken.
Bronnen:
Bretherton I. (1992). The origins of attachment theory: John Bowlby and Mary Ainsworth.
https://doi.apa.org/doiLanding?doi=10.1037%2F0012-1649.28.5.759
Cassidy J, et al. (2013). Contributions of attachment theory and research: A framework for future research, translation, and policy.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/labs/pmc/articles/PMC4085672/
Hazan, C., & Shaver, P. (1987). Romantic love conceptualized as an attachment process. Journal of Personality and Social Psychology, 52(3), 511–524. https://doi.org/10.1037/0022-3514.52.3.511
Simpson J, et al. (2017). Adult attachment, stress, and romantic relationships.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/labs/pmc/articles/PMC4845754/
Heb jij het gevoel dat jouw hechtingsstijl een invloed heeft op jouw leven? Of wil je meer weten over de mogelijkheden van EMDR bij depressie?
Met warme groet,
Monique
Elke maand tips voor je mentale gezondheid in je mailbox?
Schijf je hier in.