Labels en Stigma: De Invloed van de DSM-5
De DSM-5 en Zijn Beperkingen: Een Kritische Blik
Wat is de DSM-5?
De DSM-5, kort voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, is een handleiding waarin mentale problemen in verschillende groepen of classificaties worden beschreven. Het is een hulpmiddel voor professionals om te bepalen welke mentale gezondheidsproblemen iemand heeft. Dit boek heeft een belangrijke invloed op hoe we naar mentale gezondheid kijken, welke behandelingen we kiezen, en zelfs op hoe zorgverzekeraars werken.
Ben je zelf ooit in gelabeld volgens een classifcatie uit de DSM, of misschien iemand in je omgeving? In deze mail wil ik je laten zien hoe zo'n label invloed kan hebben op hoe je naar jezelf kijkt en hoe anderen je behandelen. Ik ga in op de beperkingen van de DSM-5 en waarom het zo belangrijk is om verder te kijken dan alleen de diagnose.
De Beperkingen van de DSM-5
Rigide Diagnostische Criteria: De DSM-5 heeft vaste criteria of beschrijvingen voor psychische problemen. Dit kan voo zorgt voor duidelijkheid, maar heeft ook nadelen. Als je niet precies binnen die criteria past, kan het zijn dat je geen diagnose krijgt, ook al ervaar je wel problemen.
Gemiste Diagnoses: Omdat de DSM-5 vrij rigide is in wat wel en niet als stoornis geldt, worden bepaalde vormen van psychische problematiej over het hoofd gezien. Dit kan leiden tot gemiste diagnoses en behandelingen die niet aansluiten bij iemands persoonlijke situatie en behoefte.
Focus op Symptomen, Niet op Oorzaken: In de DSM-5 ligt de nadruk op symptomen, niet op de onderliggende oorzaken van problemen, zoals bijvoorbeeld meegemaakt trauma. Dit kan ertoe leiden dat alleen de symptomen worden behandeld , terwijl de doorzaken blijven bestaan.
Stigma en Labeling door de DSM-5
Een diagnose kan je helpen te begrijpen wat er aan de hand is en kan ook toegang geven tot de juiste behandeling. In veel gevallen biedt het mensen een verklaring voor hun ervaringen en gevoelens. Een diagnose zoals ‘depressie’ of ‘ADHD’ kan bijvoorbeeld verhelderend zijn: je krijgt woorden voor wat je al langere tijd voelt, en het kan geruststellend zijn te weten dat er een erkende naam voor je problemen bestaat. Voor velen betekent dit erkenning en begrip, zowel voor zichzelf als vanuit hun omgeving. Daarnaast opent het vaak de deur naar zorg en therapie, wat een belangrijk voordeel kan zijn.
Echter, een diagnose heeft ook een keerzijde. Zodra iemand een label krijgt, kunnen anderen die persoon anders gaan behandelen. Mensen kunnen de neiging hebben om je door de lens van dat label te zien, wat soms leidt tot vooroordelen en stigmatisering. Bijvoorbeeld, iemand die gediagnosticeerd is met ADHD kan worden gezien als ‘altijd druk’ of ‘chaotisch’. Dit kan invloed hebben op de manier waarop je in je omgeving wordt behandeld, op het werk, binnen relaties, of in sociale situaties.
Daarnaast kan het label ook jouw zelfbeeld beïnvloeden. Je kunt het gevoel krijgen dat je stoornis een vast onderdeel van je identiteit is: "Ik ben depressief" in plaats van "Ik heb een depressie." Hierdoor kan een innerlijke barrière ontstaan, die het lastig maakt om jezelf los te zien van het label. Dit kan je gevoel van eigenwaarde ondermijnen en het idee versterken dat je probleem je hele leven zal bepalen. Terwijl het label in eerste instantie houvast kan bieden, kan het op de lange termijn juist beperkend werken. Je kunt bijvoorbeeld denken: "Ik kan dit niet doen, want ik ben nu eenmaal zo."
Hoewel een diagnose dus voordelen kan hebben, zoals erkenning, begrip, en toegang tot zorg, brengt het ook het risico van stigmatisering en zelfstigma met zich mee. Het is belangrijk om je bewust te zijn van deze dubbele kanten van het hebben van een DSM-5-label, zodat je het label niet je leven laat bepalen, maar het kunt zien als een hulpmiddel om verder te komen.
Risico van overdiagnosticeren
De DSM-5 hanteert specifieke criteria voor elke diagnose, wat nuttig kan zijn om stoornissen duidelijk te definiëren. Maar deze strikte criteria kunnen ook leiden tot overdiagnosticeren. Omdat veel symptomen overlappen tussen verschillende stoornissen, komt het vaak voor dat mensen meerdere diagnoses krijgen. Iemand kan bijvoorbeeld zowel als ‘depressief’ als ‘angstig’ worden gediagnosticeerd, terwijl deze klachten vaak met elkaar samenhangen.
Dit kan leiden tot verschillende problemen. Ten eerste kan overdiagnosticeren zorgen voor het onnodig voorschrijven van medicijnen. Veel behandelingen zijn gebaseerd op het idee dat elke diagnose een aparte aanpak nodig heeft, terwijl de oorzaak van de klachten in werkelijkheid complexer kan zijn. Hierdoor kunnen mensen onnodig veel medicijnen voorgeschreven krijgen, wat ook weer gepaard kan gaan met bijwerkingen en een verdere negatieve impact op hun gezondheid.
Daarnaast versterkt overdiagnosticeren het stigma rond mentale gezondheidsproblemen. Zodra iemand meerdere labels krijgt, kan het gevoel ontstaan dat er ‘iets mis’ is met hun hele persoon. Dit kan het zelfbeeld verder beschadigen en invloed hebben op hoe anderen hen zien. In plaats van erkenning en begrip te krijgen, kunnen mensen zich juist opgesloten voelen in hun labels. Daarom is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met diagnoses en altijd aandacht te blijven houden voor het unieke verhaal van elke persoon.
Trauma en de DSM-5: PTSS versus CPTSS
Complex posttraumatische stressstoornis (CPTSS) manifesteert zich met een breed scala aan symptomen die vaak overlappen met die van verschillende persoonlijkheidsstoornissen. Dit zorgt voor een uitdaging omdat CPTSS nog niet als aparte diagnose is opgenomen in de DSM-5.
De symptomen van CPTSS, zoals emotionele instabiliteit, chronische angst, moeite met het aangaan en onderhouden van relaties, en een verstoord zelfbeeld, lijken sterk op die van bijvoorbeeld borderline persoonlijkheidsstoornis. Andere symptomen zoals terugtrekking en vermijding, die vaak geassocieerd worden met vermijdende persoonlijkheidsstoornis, compliceren de diagnose nog verder.
Deze overlap in symptomen kan ertoe leiden dat mensen met CPTSS gediagnosticeerd worden met een persoonlijkheidsstoornis, terwijl de wortel van hun problematiek – langdurige, herhaalde traumatische ervaringen – niet volledig wordt aangepakt. Dit heeft significante implicaties voor de behandeling. Wanneer de focus ligt op het behandelen van persoonlijkheidsstoornissen zonder erkenning van de onderliggende trauma's, kan dit leiden tot minder effectieve zorg en een langzamer herstelproces voor de betrokkene.
Erkenning van PTSS: De DSM-5 erkent posttraumatische stressstoornis (PTSS) als een classificatie. Dit is een positieve stap, want het maakt de impact van trauma zichtbaar.
Gebrek aan Erkenning voor Complex Trauma (CPTSS): Echter, de DSM-5 heeft geen specifieke diagnose voor complex trauma (CPTSS). Dit is een vorm van trauma die ontstaat na langdurige, herhaalde traumatische ervaringen, zoals misbruik in de kindertijd. Zonder erkenning van CPTSS krijgen veel mensen niet de juiste hulp, wat hun herstel belemmert.
Gevolgen voor Behandeling: Het gebrek aan erkenning van CPTSS in de DSM-5 zorgt ervoor dat behandelingen vaak gefocust zijn op het verminderen van symptomen, in plaats van het aanpakken van de onderliggende oorzaken.
Wil je meer weten over de oorzaak van CPTSS, lees hier dan verder.
4. Naar een Meer Inclusieve Benadering
Aanpassing van Diagnostische Richtlijnen: Er is steeds meer discussie over hoe we de manier van diagnosticeren kunnen aanpassen. Erkenning van complexere vormen van mentale problemen, zoals CPTSS, is belangrijk om betere zorg te bieden.
Focus op Individuele Ervaringen: In plaats van alleen naar vaststaande diagnoses te kijken, is het nodig om aandacht te hebben voor de unieke ervaringen van elk individu. Dit maakt behandelingen persoonlijker en vaak effectiever.
Conclusie
De DSM-5 heeft een grote invloed op hoe we mentale gezondheid benaderen. Hoewel het systeem voordelen biedt, zoals duidelijkheid en toegang tot zorg, heeft het ook belangrijke beperkingen. Het kan leiden tot stigma, gemiste diagnoses, en behandelingen die niet altijd de kern van het probleem aanpakken. Een breder perspectief op mentale gezondheid, met aandacht voor persoonlijke ervaringen en onderliggende oorzaken zoals trauma, is daarom essentieel.
Heb je zelf ervaring met een diagnose of een DSM-label? Deel je ervaring en mening over dit onderwerp! Jouw verhaal kan anderen helpen om meer inzicht te krijgen in wat een DSM-diagnose betekent.
Bronnen:
Corrigan, P. W., & Watson, A. C. (2002). Understanding the impact of stigma on people with mental illness. *World Psychiatry, (1), 16-20.
McHugh, P. R., & Slavney, P. R. (2012). Mental illness–comprehensive evaluation or checklist? New England Journal of Medicine, 366(20), 1853-1855.
Fried, E. I., & Nesse, R. M. (2015). Depression sum-scores don't add up: Why analyzing specific depression symptoms is essential. BMC Medicine, 13(1), 72.
Hengartner, M. P. (2017). Raising Awareness for Overdiagnosis in Psychiatry. The Lancet Psychiatry, 4(11), 848-849.
Heb jij het gevoel dat een label invloed heeft op jouw leven?
Met warme groet,
Monique
Elke maand tips voor je mentale gezondheid in je mailbox?
Schijf je hier in.